Hoe een voormalige talibanstrijder ontdekte dat lesgeven aan jonge meisjes de beste manier is om het verarmde, door oorlog verscheurde Kasjmir te helpen. | 101 november 2007 Het is geen veelvoorkomende carrièrestap: van talibanstrijder tot docent op een meisjesschool. Maar Shaukat Ali heeft die stap met succes gezet. ‘Eind jaren negentig,’ vertelt Ali, ‘was ik vrijheidsstrijder. Ik heb mensen gedood.’ Nu is hij 28, en wiskundeleraar aan de Patika Girls’ School in de Neelumvallei in Kasjmir. Zijn omschakeling – en zijn toewijding aan een betere toekomst voor de kinderen van Kasjmir – biedt hoop in een gebied dat de littekens draagt van zestig jaar oorlog, extreme armoede en analfabetisme, en dat te lijden heeft onder de toenemende dreiging van islamitisch fundamentalisme en terrorisme. Sinds de Britten Pakistan en India in 1947 opdeelden – de moslims in Pakistan, de hindoes in India – zijn er al drie oorlogen geweest om het grensgebied in de Himalaya, maar geen daarvan heeft het conflict opgelost. De chaos en het geweld in Kasjmir zijn in de loop der jaren nog aangewakkerd door separatistische ‘vrijheidsstrijders’ of moedjahedien, die onafhankelijk van beide landen willen zijn. Het resultaat is een door oorlog verscheurd, zwaar gemilitariseerd gebied dat vastzit