Ana Karadarevic | 128 juli/augustus 2010 De verstandelijk gehandicapte bewoners van de Thomashuizen wonen in een huis met twee ‘zorgondernemers’. een huis In een rustige, groene omgeving waar een groepje gehandicapten woont in een gezinssituatie: dat was de droom die Hans van Putten had voor zijn verstandelijk gehandicapte zoon Thomas. Hij zag dat Thomas weinig bewegingsvrijheid en liefde kreeg in de zorginstelling waar hij woonde. Daarop bedacht Van Putten een zorgconcept waarin kleinschalig wonen in een prettige omgeving centraal staat. Hij zegde zijn baan als directeur van een reclamebureau op en zette de eerste twee Thomashuizen op. In een daarvan woonde Thomas tot zijn dood in 2006. Zeven jaar later zijn er 75 Thomashuizen in heel Nederland. Ze vallen onder De Drie Notenboomen, een franchiseonderneming die mede is opgezet door Hans van Putten. Ieder huis telt hooguit acht volwassen bewoners met een verstandelijke handicap. Ze wonen in een karakteristiek woonhuis, monumentaal pand of woonboerderij, gelegen in een groene woonwijk. Iedere bewoner heeft een eigen kamer, die hij of zij zelf mag inrichten. Er is een gezamenlijke woonkamer en een keuken waar de bewoners samen eten, als ze dat willen. Ieder Thomashuis wordt gerund door twee zorgondernemers, meestal een echtpaar met