Brian de Mello
Brian de Mello heeft een passie voor tekst en creatie. Die kan hij kwijt in...
Al op jonge leeftijd viel Hans Kazàn met zijn goocheltalent in de prijzen. Ruim een halve eeuw na de start van zijn carrière heeft hij tegenslag leren accepteren en blijft hij optimistisch naar het leven kijken.
Door: Brian de Mello
Je won op je negentiende de Nederlandse Kampioenschappen goochelen in Groningen, en vervolgens de eerste prijs voor illusionisme in Parijs. Dat klinkt als een soepele reis naar de top.
‘Ik dacht inderdaad: ik ben beroemd, nu gaat het gebeuren. Maar die prijzen brachten verder niks op, want het was erkenning in kleine kring. Het was wel voor mij het begin dat ik dacht: als we nou hard gaan werken, kunnen we er misschien komen.’
Wat deed je om stappen te zetten naar de top als beroepsgoochelaar?
‘Dat was best moeilijk. Het was nog de tijd van de Gouden Gids; ik kocht al deze telefoongidsen van Nederland en begon alle evenementenbureaus op te zoeken en aan te schrijven. Dit schoot ook niet echt op.’
En toen?
‘Ik moet zien dat ik op televisie kom, besefte ik. Maar hoe? In die tijd had je twee “wereldberoemde” mensen in Nederland. Dat waren Willem Duys en Mies Bouwman. Die schreef ik brieven met de boodschap “ik wil graag in jullie programma”, tot ze bijna gek werden. Maar goed, ook dat hielp niet echt. Ondertussen was ik toch binnengekomen bij de TROS om in een programma van Martin Brozius, Ren je rot, goocheltrucs te doen en die de daaropvolgende week uit te leggen. Dat vonden de kinderen helemaal geweldig. Ik besloot een goochelboekje uit te geven. Cees den Daas, die directeur van de TROS was, zei dat ik het tijdens de Kinderboekenweek even door iemand officieel moest laten overhandigen. Hij regelde dat Mies Bouwman dat kwam doen. Ik kwam haar tegen in de hal van ’t Spant in Bussum, stak mijn hand uit en stelde me voor. Daarop sprak ze de legendarische woorden “Ach jongen, dat zal ik niet weten. Wat heb ik een post van je gehad!”’
‘Presenteren was wel iets anders dan goochelen.’
Het schaamrood steeg je naar de kaken?
‘Ja, nou! Daarna begonnen de optredens wel te lopen, ook doordat ik door de tv bekend werd. Van het een kwam het ander. Maar het was een lange, moeizame weg. Er waren genoeg obstakels, het gaat niet vanzelf.’
Een nieuwe TROS-directeur vond het nieuwe programma dat je presenteerde niet leuk en dat was einde oefening.
‘Ja, dus ik ging weer uitvoerig iedereen bellen en schrijven. Op een gegeven moment werd RTL4 opgericht door onder anderen Ruud Hendriks. Hij had interesse in mij als presentator van het programma Prijzenslag. Tsja, dat was natuurlijk een hele grote stap voor mij, want presenteren was wel iets anders dan goochelen, maar ik kreeg er ervaring in. John de Mol zei in het begin: “Wat moet je nou met die goochelaar?” Hendriks hield echter voet bij stuk om zich niet te laten piepelen door De Mol. Uiteindelijk heb ik 888 afleveringen gemaakt. Dat was heel mooi.’
En daarna kwam er weer een carrièreswitch?
‘Op een gegeven moment word je wat ouder en dan denk je: ja, wat nu? Toen ben ik lezingen gaan geven. Dat kwam eigenlijk doordat ik een hele grote klap had gehad. Een zakelijke klap moet ik zeggen, met een theater in Spanje wat helemaal mislukte. Daar kwam een investeerder bij kijken en die heeft mij pootje gelicht. Om het even heel simpel te zeggen: ik was in één klap alles kwijt wat ik mijn hele leven verdiend en bij elkaar gespaard had.’
Je moest weer opnieuw beginnen?
‘Ja, en dat deed ik door mijn verhaal te vertellen voor businessclubs, ondernemingen en dat soort dingen. Dat werd weer een groot succes. En dat is wat ik nu nog steeds doe.’
Dit wil je ook blijven doen?
‘Geestelijk is alles prima, lichamelijk ben ik niet echt gezond. Ik heb een hele berg kwalen maar ik leef nog steeds en als het kan blijf ik dit nog een tijdje doen. Dus wat dat betreft ben ik wel een optimist.’
Hoe blijf je optimistisch? Wat is jouw geheim?
‘Dat is een kwestie van accepteren. Als je een tegenslag krijgt, is de eerste stap accepteren dat het zo is, daar kun je vaak niks aan doen. Het komt gewoon op je pad en het heeft geen zin om iets of iemand de schuld te geven. Als dat ingedaald is, en dat kost wel een tijdje hoor, dan moet je een stip op de horizon zetten. Zo van: hé, misschien kan ik die kant eens op. Laat ik het eens proberen.’
‘Ik heb geleerd van gisteren, ik leef vandaag en ik kijk uit naar morgen.’
Het is dus een houding?
‘Het is een manier van denken en een manier van doen. En dat ik het toevallig redelijk makkelijk kan, wil niet zeggen dat ik niet heel veel klappen heb gehad en me niet vaak heel naar gevoeld heb. Onze dochter Lara heeft het nodige voor haar kiezen gehad door een zeldzame ziekte. Met haar gaat het nu weer goed. Maar ons eerste kindje, ook een dochtertje, was niet meer dan een plantje. Ze overleed toen ze drie jaar was. Die nare dingen komen op je pad, maar het leven moet toch verder.’
Wat vind jij persoonlijk een toppunt in je leven?
‘Het belangrijkste in mijn leven, positief gezien, is de ontmoeting met Wendy, mijn vrouw. Ik kom niet uit een harmonieus gezin, helaas. En de ontmoeting met Wendy heeft dat allemaal veranderd. We zijn nu 47 jaar samen. Daar ben ik nog steeds heel blij om, elke dag. En zij gelukkig ook! Niks is mooier dan dat je het leven kunt delen met iemand waar je het graag mee deelt. Alles wat ze zegt, daarvan weet je dat het oprecht bedoeld is voor jou. Ja, er zit niks achter. Ze hoeft niks, ze moet niks. Ze zegt gewoon wat ze denkt en zoals het is.’
Welke tip zou je willen geven aan mensen die optimistisch in het leven willen staan?
‘Het belangrijkste is om te kijken naar wat je hebt en niet te veel naar wat je mist. Want als je te veel kijkt naar wat je mist, word je ongelukkig. Een kopje koffie hier buiten op het terras als de zon schijnt is geweldig. Nou, kijk dáárnaar in plaats van alleen maar naar de nare dingen. Dat is het makkelijkste advies. En ik zeg ook altijd: ik heb geleerd van gisteren, ik leef vandaag en ik kijk uit naar morgen. Morgen is weer een nieuwe dag en probeer daar zo positief mogelijk tegenaan te kijken.’
Heb je nog een persoonlijke wens of droom?
‘Ja, ik wil heel graag mijn lezingen verbeteren. Door verhalen die mensen raken, waar mensen positief op reageren omdat het ook een verhaal van optimisme is; blijven geloven dat er andere oplossingen zijn.’
En is Wendy dan het klankbord voor jou?
‘Absoluut. Dat was ze vroeger ook hoor, met de goocheltrucs.’
Over goocheltrucs gesproken: doe je die nog?
‘Ja, dat is altijd de laatste vraag tijdens een bespreking met een klant die mij inhuurt voor een presentatie of een dagvoorzitterschap: “Zeg Hans, je doet toch ook nog wel een goocheltruc voor ons?”’
Wat zeg je dan?
‘Ja, natuurlijk! Ik heb mijn hele leven mijn best gedaan om dat op te bouwen. Dus ik kan niet in één keer nee zeggen. Waarom zou ik dat doen? De mensen vinden het mooi en ik doe het met plezier. Ik kom nooit weg zonder minimaal twee goocheltrucs gedaan te hebben. Het is nou eenmaal zo. Ook dat moet je accepteren.’ •
Hans Kazàn, die met zijn vrouw Wendy in Spanje woont, treedt op in theaters en op festivals, is dagvoorzitter en spreker. In 2021 werd een prestigieuze illusionistenprijs, de Fred Kaps Ring, aan hem toegekend; een zeldzaam eerbetoon van de International Brotherhood of Magicians.
Meer informatie: www.hanskazan.nl
Meer verhalen lezen? Bestel de nieuwste editie van Optimist magazine hier.
Schrijf je gratis in voor onze PositiefNieuwsBrief (1 tot 3 e-mails per week). Uitschrijven kun je ieder moment door op de unsubscribe-link te klikken die onderaan iedere mailing staat.
Reacties