Op zoek naar maximale vitaliteit en gezondheid voor de drukke westerse mens stuitte Patricia van Walstijn zes jaar geleden op Chi Neng, een Chinese vorm van meditatie in beweging. Een gesprek over misschien wel de simpelste behandeling van ziekte en stress. Tijn Touber | 54 maart 2003 issue Chi Neng is niet alleen effectief, het is bovendien eenvoudig en in één dag te leren. Het vraagt weinig tijd en is overal te doen. Je hebt weinig ruimte nodig en wie het preventief wil gebruiken, bereikt met vijftien tot twintig minuten per dag direct al aanzienlijk resultaat. Patricia van Walstijn herinnert zich haar eerste Chi Neng oefening nog goed: \'Ik voelde onmiddellijk een enorm krachtige energie door mijn lichaam stromen, waarbij mijn vingers begonnen te tintelen.\' Chi Neng komt voort uit het klassieke Qi Gong dat naar schatting door zo\'n honderd miljoen Chinezen wordt beoefend. Buiten China zijn dat er een kwart miljoen. Het was de Chinese T\'ai Chi en Qi Gong grootmeester Pang Ming die na jarenlang onderzoek de essentie van deze bewegingstradities terugbracht tot een aantal elementaire oefeningen die hij Zhineng noemde. Vrij vertaald betekent dit \'praktische Qi Gong\'. Het was dezelfde in westerse en oosterse geneeswijzen opgeleide arts